Deze pagina is gebouwd op 07/04/2024 12:01:49 met de export van 07/04/2024 11:55:00

Na de eerste kwartaalrapportage 2024 zijn er nieuwe autonome ontwikkelingen geweest:

  • Kaderbrief;
  • Aangepast rekeningresultaat
  • Ontwikkeling Wmo uitgaven

De uitkomst van de begroting 2024 en verder laten een nadelige uitkomst zien met uitzondering van 2028.

bedragen x €1.000 (-/- = Nadeel)

Omschrijving

2024

2025

2026

2027

2028

1.

Uitkomst begroting na 1e kwartaalrapportage 2024

0

-2.940

-3.725

-742

-1.564

2.

Kaderbrief

0

-424

-1.424

-1.424

609

3.

Aanpassing rekeningresultaat

-954

0

0

0

0

4.

Wmo structureel

0

600

600

600

600

5.

Wmo eenmalige vrijval

0

800

1.100

700

400

Saldo

-954

-1.964

-3.449

-866

45

2. Toelichting uitkomst Kaderbrief 2024

De onderstaande autonome ontwikkelingen zijn in de Kaderbrief opgenomen:

bedragen x €1.000 (-/- = Nadeel)

Nr.

Omschrijving

Programma

2025

2026

2027

2028

a

Bijdrage GR Veiligheidsregio

Openbare orde en veiligheid

-424

-424

-424

-424

b

Nieuwe jaarschijf Jeugd

Jeugd en onderwijs

0

0

0

314

c

Onderwijshuisvesting

Jeugd en onderwijs

0

-1.000

-1.000

-1.000

d

Uitwerking reeds genomen besluiten

Algemene dekkingsmiddelen

0

0

0

-92

e

Nieuwe jaarschijf

Algemene dekkingsmiddelen

0

0

0

1.811

Saldo

-424

-1.424

-1.424

609

2a. Bijdrage GR Veiligheidsregio

In de kadernota is de gemeentelijke bijdrage voor de Veiligheidsregio opgenomen, deze bijdrage is voor de gemeente Deventer van €7.655.459 naar €8.555.481 gestegen. Op 22 mei heeft de raad de begroting van de veiligheidsregio vastgesteld 2024-05-22 Raadsbesluit
De stijging zit voor €475.000 in de hogere indexatie die is toegepast voor lonen (conform CAO) en prijzen. Tevens is de doorontwikkeling brandweer €176.000 meegenomen en de maatwerkafspraak €213.000 voor het functioneel leeftijdsontslag ( FLO regeling). De doorwerking van de indexatie zal bij opstelling van de begroting 2025 ten laste komen van de stelpost lonen en prijzen. De stelpost herberekenen wij na uitkomst van de meicirculaire.
De stijging van de overige kosten (FLO, bevolkingszorg en uitbreiding brandweer) ad. €424.000 komt ten laste van de begroting 2025 en hebben een structureel effect.

2b. Nieuwe jaarschijf Jeugd: Rijksbijdrage en hervormingsagenda

  • Compensatie tekorten

Met betrekking tot de compensatie voor de tekorten in de Jeugdzorg heeft het Rijk aangegeven het advies van de Commissie van Wijzen op te volgen (regel 1). Inmiddels is de Hervormingsagenda jeugd vastgesteld waarin is opgenomen dat de maatregelen uit de Hervormingsagenda €1 miljard moeten opleveren (regel 2). Om de hervormingsagenda uit te kunnen voeren houdt het Rijk een deel in op de uitkering van het tekort aan gemeenten (regel 3).
Er is destijds een afspraak gemaakt tussen Rijk en VNG omtrent op te nemen jeugdgelden in de meerjarenbegroting. Voor 2025 en verder mogen gemeenten 100% van de jeugdgelden opnemen. Wij gaan er voorlopig vanuit dat deze lijn gehanteerd blijft. In 2028 krijgen we voor de compensatie van de tekorten jeugd per saldo €314.000 meer dan in 2027.

  • Aanvullende besparing

Het kabinet heeft aanvullend besloten tot het realiseren van de aanvullende besparing van structureel €511 miljoen, welke een Rijksverantwoordelijkheid is gemaakt (regel 4). Concreet betekent dit dat het aan de Rijksoverheid is om de besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. Het gaat daarbij om maatregelen waardoor gemeenten minder middelen nodig hebben of waarbij alternatieve inkomsten gegenereerd worden (bv door middel van de invoering van een eigen bijdrage). Ook draagt het Rijk het budgettaire risico ingeval (een deel van) deze maatregelen geen of niet tijdig doorgang vinden. Het Rijk heeft deze opgenomen voor structureel €500 miljoen, het Deventer aandeel is circa €3,5 miljoen. Wij zijn voorzichtig en houden voor 50% rekening met toekomstige lagere uitgaven op jeugd €1,8 miljoen (regel 5). Dit omdat wij de afgelopen jaren al fors hebben geïnvesteerd in het voorliggende veld en wij de kans reëel achten dat er dubbelingen zullen zijn tussen de maatregelen in de Hervormingsagenda en in de maatregelen die we al uitvoeren.

(bedragen x €1.000) (-/- = nadeel)

Nr.

Omschrijving

2025

2026

2027

2028

mutatie 2028
tov 2027

1

Tekort uitspraak commissie van wijzen

12.493

12.525

12.528

12.540

12

2

Taakstelling €1 miljard

-2.566

-6.593

-6.977

-6.977

0

3

Uitvoeringskosten hervormingsagenda (uit meicirculaire 2023)

-718

-613

-645

-343

302

Saldo

9.209

5.319

4.906

5.220

314

4

Aanvullende besparing €511 miljoen (uit coalitieakkoord Rutte IV

-3.430

-3.430

-3.506

-3.506

0

Saldo

5.779

1.889

1.400

1.714

314

5

Stelpost: Aanvullende besparing €511 miljoen (Rijksverantwoordelijkheid)

1.715

1.715

1.753

1.753

0

2c. Onderwijshuisvesting (VNG norm)

Met het Integraal Huisvestingsplan voor het Deventer onderwijs 2024-2040 (IHP) is een grote beleidsambitie vastgesteld. Groot vanwege een hogere kwaliteitsambitie (duurzaamheid, frisse scholen), maar ook groots omdat we met elkaar vaststellen dat we in 16 jaar onze gebouwenvoorraad willen vernieuwen en geschikt willen maken om goed onderwijs te kunnen blijven geven. Op basis van het IHP is een prioritering vastgesteld. Deze prioritering is als een minimale variant doorgerekend, zonder inhoudelijke ambities. Hierbij is gebruik gemaakt van de kaders in de verordening onderwijshuisvesting Deventer 2015: o.a. met de VNG-normering', zonder bijvoorbeeld m2 voor kinderopvang, maar wel met een verantwoordelijkheid op het gebied van renovatie als alternatief voor nieuwbouw. De komende jaren werken we naast de lopende projecten Marke Zuid, VSO Deventer, Sancta Maria school, Zwaluwenburg en Colmschate aan verbetering van de onderwijshuisvesting voor de Rythmeen in Bathmen, Arkelstein, de Internationale Schakelklas (IKS) en De Kleine Planeet aan de Rielerweg. Hiervoor hebben we vanaf 2026 jaarlijks structureel €1.000.000 extra nodig voor onderwijshuisvesting.

2d. Uitwerking reeds genomen besluiten

Doordat er een nieuwe jaarschijf wordt toegevoegd is deze jaarschijf ook toegevoegd aan een aantal reeds eerder genomen besluiten. Deze financiële doorwerking (technisch) leidt tot een nadeel van €92.000 structureel.

2e. Nieuwe jaarschijf 2028

De jaarschijf 2028 is toegevoegd, dit leidt voorlopig tot een toevoeging van €1,8 miljoen. Dit betreft: raming algemene uitkering, structurele stelpost autonome ontwikkelingen, stelpost accres AU, toename ozb op basis uitbreiding aantal woningen en 3% tariefstijging. Voor de stelpost prijzen hanteren wij voorlopig 2,3% en lonen/sociale lasten 4,4% op basis van de raming van het Centraal Economisch Planbureau 2024. Deze indexatiecijfers kunnen nog muteren bij de begroting 2025-2028.

3. Aanpassing rekeningresultaat

In de 4e kwartaalrapportage 2024 is een prognose afgegeven van een voordelig saldo na budgetoverheveling. Bij de 1e kwartaalrapportage hebben wij het voorlopige resultaat van €14,026 miljoen verwerkt. Hiermee is er vroeg in het jaar een beeld gegeven van de gerealiseerde resultaten. Daarbij hebben wij tevens aangegeven dat het om een voorlopig resultaat gaat in verband met onzekerheden, zoals het sociaal domein en de accountantscontrole. In april hebben wij de productieverantwoording van onze zorgaanbieders in het sociaal domein (WMO en Jeugd) binnen gekregen en beoordeeld. Op basis hiervan is het resultaat in de definitieve jaarverantwoording bijgesteld. Het definitieve resultaat komt uit op een voordelig saldo na budgetoverheveling van €13,1 miljoen. Dit betekent een negatieve bijstelling van €0,9 miljoen.

4 en 5. Wmo

  • Huidige situatie

In 2023 was er sprake van een volumedaling in de Wmo, daar waar een stijging werd verwacht.  Een verklaring hiervoor is niet eenduidig te geven. Wel zien we enkele ontwikkelingen die hieraan zeker hebben bijgedragen. Zo wordt er al jaren geïnvesteerd in een wijze van indiceren waarbij recht wordt gedaan aan de vraag van de inwoner maar tegelijkertijd wordt nagegaan waartoe de inwoner zélf nog toe in staat is. Daarnaast is en wordt geïnvesteerd in een stevig voorveld met goede (collectieve) voorzieningen waardoor Wmo maatwerk kan worden voorkomen. Het collectieve aanbod  blijkt steeds vaker een goed alternatief. Ook worden oude indicaties "opgeschoond" in die zin dat we nagaan of in plaats van Wmo indicaties, Wlz indicaties mogelijk zijn of dat de inwoner inmiddels weer op eigen kracht weer verder kan.

  • Toekomst

Diverse maatschappelijke ontwikkelingen maken echter dat Wmo uitgaven - zeker op de langere termijn - aanzienlijk zullen stijgen. De aankomende jaren vindt er een dubbele vergrijzing plaats: de groep oudere inwoners wordt - relatief - steeds groter én mensen worden steeds ouder. Het aantal inwoners van 80 jaar en ouder neemt in Deventer toe van 4.600 in 2020 naar 7.200 in 2035 en 10.200 in 2050. Over de periode 2020-2050 is dit een stijging van 121%. In 2040 is 1 op de 4 inwoners van Deventer 65 jaar of ouder. Het RIVM stelt dat dit 28.280 inwoners voor Deventer zijn. Het aantal plekken in verzorgings- of verpleeghuizen is nu al onvoldoende. Veel ouderen blijven (al dan niet noodgedwongen) thuiswonen. Deze twee ontwikkelingen samen - meer ouderen en langer thuis wonen - betekent een verzwaring van de zorgvraag in de thuissituatie en dus een toenemende druk op de Wmo. Daarnaast zien we een beweging waarbij Wmo maatwerk een vangnet wordt daar waar mensen buiten de boot vallen bij de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet.

  • Financiële doorkijk

Op basis van het Wmo voorspelmodel van de VNG hebben we een doorrekening gemaakt van de ontwikkeling van de kosten voor de Wmo. We gaan hierbij uit van een gemiddelde volumestijging van jaarlijks 3% voor hulp bij het huishouden, begeleiding en dagbesteding. Daarnaast hebben we rekening gehouden met een stijging vanuit de transformatie uit het Integraal Zorgakkoord (IZA). De eventuele gevolgen voor het volume van de herinvoering van inkomensafhankelijke bijdrage voor de Wmo met ingang van 2026 zijn niet meegenomen. Rekening houdend met bovenstaande ontwikkelingen kan er structureel een bedrag van €600.000 naar de algemene middelen vrijvallen. Hierbij is het van belang dat in de nieuwe jaarschijf van de meerjarenbegroting (2029) wel weer een compensatie moeten komen uit de algemene middelen voor de volumestijging.  
In de jaren 2024 tot en met 2027 kan voorzichtigheidshalve incidenteel een hoger bedrag terugvloeien naar de algemene middelen van:
2025  €0,8 miljoen
2026  €1,1 miljoen
2027  €0,7 miljoen
2028  €0,4 miljoen

(bedragen x €1.000) (-/- = nadeel)

Omschrijving

Programma

2025

2026

2027

2028

Structurele vrijval WMO middelen

Meedoen

600

600

600

600

Incidentele vrijval WMO middelen

Meedoen

800

1.100

700

400

Saldo

1.400

1.700

1.300

1.000