Actualisatie financiële beleid
Wanneer wij alle voorstellen nieuw beleid inpassen hebben wij geen sluitende begroting en meerjaren begroting. Dit betekent dat wij richting begroting met voorstellen komen om ruimte vrij te maken voor dit nieuwe beleid om onze ambities te kunnen realiseren. Een van de voorstellen is om de opbrengsten OZB te verhogen met 5% i.p.v. 3%. Wij zien ons daar genoodzaakt toe omdat de bijdrage van het Rijk aan de gemeente ook dalende zijn. De extra middelen die deze opbrengsten genereren worden ingezet om te investeren in onderwijshuisvesting en onze kapitaalgoederen.
Wij verwachten dat het Rijk zijn verantwoordelijkheid neemt en gaat zorgen voor een toereikende financiering van gemeenten en de aan hen opgelegde taken. In de voorjaarsnota van het Rijk is hierin een eerste stap gezet. Een nieuw kabinet kan ervoor zorgen dat gemeenten voldoende middelen hebben om de grote maatschappelijke opgaven te realiseren. Mocht na de uitkomst van de meicirculaire de financiële situatie verslechteren dan komen wij bij de begrotingsbehandeling met een eerste uitwerking van een mogelijk besparingspotentieel.
Incidentele middelen gebruiken voor dekking van structurele lasten
Dankzij een nieuwe maatregel kunnen gemeenten vanaf 2024 reserves en overschotten inzetten voor het dekken van structurele lasten. Dit is het resultaat van overleg tussen de fondsbeheerders, de VNG, het IPO en de financieel toezichthouders. Hierdoor kunnen gemeenten vanaf volgend jaar het surplus in de algemene reserve (de reserve waar geen bestemming aan is gegeven) aanwenden voor het dekken van structurele exploitatielasten. Van dit vrij besteedbare deel, het surplus, mogen gemeenten 10% inzetten voor structurele lasten. Dit onder de voorwaarde dat de solvabiliteit van de gemeente groter of gelijk aan 20% is en blijft. Dit deel wordt dan tot ‘structurele baat’ bestempeld. Ook moet het weerstandsvermogen naar het oordeel van de toezichthouder (de provincie) voldoende zijn, gebaseerd op een adequate risico-inventarisatie. Het is aan gemeenten zelf of ze hun reserves daadwerkelijk inzetten.
De toezichthouder beoordeelt of en hoe de maatregel kan worden ingezet als herstelplan voor gemeenten zonder structureel en reëel begrotingsevenwicht in de vastgestelde begroting 2024. Het is de fondsbeheerders bekend dat dit geen oplossing is voor structurele tekorten die zich nu of in de toekomst voordoen, zoals vanaf 2026. De maatregel heeft de intentie om gemeenten te helpen om actuele knelpunten op te lossen. De maatregel moet gezien worden als een tijdelijke overbrugging om te komen tot een structureel evenwicht van de begroting. De maatregel is niet bedoeld als mogelijkheid om via eenmalige middelen structurele middelen te genereren. Het voorstel is dan ook om de generieke weerstandsreserve niet in te zetten om structurele middelen te genereren. Wij hebben onze generieke weerstandsreserve nodig om de gepresenteerde negatieve begrotingssaldi te kunnen opvangen.
bedragen x €1.000 (-/- = Nadeel) | |||||
Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Uitkomst begroting na autonome ontwikkelingen | -1.964 | -3.449 | -866 | 45 | |
3.4 Urgente opgaven | -3.760 | -2.896 | -1.264 | -1.264 | |
3.5 Problematiek niet taakgebonden kortingen Rijk (zie B. 2024) | -517 | -581 | -2.053 | -2.747 | |
3.6 Heroverwegingsvoorstellen | 0 | -100 | -100 | -100 | |
3.7 Nieuw beleid | -1.851 | -1.235 | -815 | -670 | |
---|---|---|---|---|---|
Saldo uitkomst Begroting 2025-2028 | -8.092 | -8.261 | -5.098 | -4.736 |