Deze pagina is gebouwd op 07/04/2024 12:01:49 met de export van 07/04/2024 11:55:00

Groei van Deventer

Deventer groeit de komende jaren met 600 woningen per jaar. Dit heeft gevolgen voor de leefomgeving en vraagt om grote investeringen. Om de komende jaren verantwoord te investeren in de gemeente heeft de raad besloten om te werken met een strategische investeringsagenda. Deze agenda vertaalt de strategische opgaven in investeringen in de fysieke leefomgeving die wij daarvoor uitvoeren. Het betreft een nieuw financieel instrument en vormt daarmee onderdeel van het gemeentelijk financiële beleid. Het gaat daarbij met name om gebiedsontwikkelingen / investeringen in de fysieke leefomgeving. De totale omvang van dergelijke investeringen is dermate groot dat het van belang is om ze periodiek en in samenhang te beschouwen.
Een strategische investeringsagenda biedt inhoudelijk en financieel inzicht in de investeringsprojecten, vanaf initiatief/ ambitie tot realisatie, hiermee beoordelen we of de gemeente voldoende financiële mogelijkheden heeft om uitvoering te geven aan de strategische opgaven. Deze opgaven zijn gekoppeld aan de groei van de stad en dorpen. Belangrijke visies daarbij zijn de visie Deventer 2040, de omgevingsvisie inclusief de gebiedsprogramma’s (o.a. Centrumschil en Keizerslanden) en kerninstrumenten. Het gaat om fysieke investeringen die leiden tot uitbreiding van onze materiële vaste activa. Via de strategische Investeringsagenda brengen we inzicht en overzicht aan in de toekomstige investeringsvraag en beoordelen we of de gemeente voldoende financiële mogelijkheden heeft om uitvoering te kunnen geven aan de strategische opgaven. Via de agenda gaan we met de Raad in gesprek om te bespreken hoeveel middelen we moeten en willen sparen om de strategische opgaven de komende jaren uit te kunnen voeren. Daarbij blijven we de balans zoeken tussen de lopende begrotingszaken en de toekomstige investeringen.

Waarom een strategische investeringsagenda?

Bij een deugdelijke financiële huishouding hoort een goede balans tussen de langjarige opgaven in de fysieke leefomgeving enerzijds, en een langdurig consistent financieel beleid ten aanzien van schuldpositie anderzijds.

De veelheid en de omvang van de projecten in combinatie met de financiële onzekerheid en de uitvoeringskracht van de organisatie vragen om een langjarige en brede afweging. De noodzaak wordt groter nu het Rijk gemeenten onvoldoende middelen geeft om taken naar behoren uit te voeren en nog steeds voornemens is om de korting op het gemeentefonds vanaf 2026 te laten staan.  Dit vraagt om slimme combinaties,  extern geld, prioritering en uiteindelijk keuzes maken.

  1. Daarom is het nodig om niet alleen de opgaven te vertalen in de benodigde financiële middelen, maar ook om te weten waar in de toekomst belangrijke bestuurlijke keuze momenten liggen en waar investeringsbeslissingen moeten worden genomen. De investeringsagenda heeft daarmee een lange termijn focus en dient als input voor investeringsplanningen en meerjarenramingen.
  2. De Strategische Investeringsagenda is een nieuw financieel instrument en heeft naast het zijn van een sturingsinstrument als doel te sparen voor toekomstige investeringen, hierdoor ontstaat er meer financiële continuïteit en stabiliteit om uitvoering te geven aan de langjarige investeringsopgaven. Tevens komt de gemeente daarmee ook beter in positie als andere partijen in de stad willen investeren. Door te beschikken over budgetruimte kunnen we slagvaardiger inspelen op de dekkingsmogelijkheden van provincie, Rijk of Europese Fondsen.

Recente voorbeelden daarvan is de cofinanciering door het Rijk inzake de regeling woningbouwimpulsen en de versnellingsgelden.  Het hebben van een Investeringsbudget biedt kansen om een rijksbijdrage te verkrijgen in ontwikkelingen die we zelf ook willen, maar betekent ook dat de gemeente zelf in de ontwikkeling moeten bijdragen. Daarvoor kunnen we de budgetruimte gebruiken van de Strategische investeringsagenda.

Kader

De Strategische investeringsagenda biedt inhoudelijk en financieel inzicht in de investeringsprojecten, vanaf initiatief/ ambitie tot realisatie. De strategische investeringsagenda heeft een tijdhorizon van 0 – 20 jaar.
Voor de uitvoering van de strategische investeringsagenda zijn er financiële middelen nodig. Dit kunnen incidentele middelen zijn om aan de voorkant de lasten af te dekken, maar vraagt ook om structurele middelen om kapitaallasten af te dekken.

  • Voor de Strategische Investeringsagenda gelden de volgende voorwaarden:
  1. De investering moet gekoppeld zijn aan benodigde nieuwe voorzieningen die voortkomen uit de groei van Deventer. Denk hierbij aan de omgevingsvisie (huidig of toekomstig) of aan de visie Deventer 2040, het Integraal Huisvestingsplan Plan (onderwijs);
  2. Het moet gaan om fysieke investeringen, leidend tot uitbreiding van onze materiële activa [1] [1] ;
  3. Met een minimale omvang van €1 miljoen;
  4. Ook voor projecten met co-financiering vanuit gemeente (niet strikt noodzakelijk)
  5. Onrendabele top grondexploitaties [2] [2]
  • Wat valt er niet onder:
  1. Grondexploitaties vallen erbuiten, tenzij sprake van een onrendabele top
  2. Bedrijfsvoeringsonderdelen (ICT)
  3. Vervangingsinvesteringen
  4. Nieuwe beleidswensen, anders dan onder 1-4 genoemd
  5. Groot onderhoud (in de openbare ruimte of aan gemeentelijk vastgoed)
  6. Volume- en prijsgroei gekoppeld aan de sociale en maatschappelijke opgaven, denk aan kosten jeugdzorg ,kosten voor (hulpmiddelen) Wmo.

Voor het treffen van adequate voorzieningen voor de sociale en maatschappelijke opgaven, ook door groei van Deventer is de inbreng van veel partijen nodig. Een en ander begint bij een adequate dekking van uitgaven van het sociaal domein over de volle breedte. Deze dekkingsmiddelen komen uit het gemeentefonds. Door middel van de stelpost autonome ontwikkelingen en de ingestelde reserves hervormingsagenda Jeugd anticiperen wij op deze ontwikkelingen en besteden daar in de voorjaarsnota en de jaarlijkse gemeentebegroting in meerjarig perspectief aandacht aan.

Aanpak en uitvoering

Het voornemen is om de strategische investeringsagenda verder te verbeteren en jaarlijks te herijken gekoppeld aan de begrotingscyclus (bij de voorjaarsnota / perspectiefnota en begroting ). Op basis van deze inzichten kan dan worden beoordeeld of de investeringsruimte moet worden aangevuld om uitvoering te kunnen geven aan de strategische opgaven.
De investeringsprojecten vinden pas doorgang nadat de raad hierover heeft besloten op basis van afzonderlijke raadsvoorstellen.
De Strategische Investeringsagenda is daarmee een dynamisch instrument. Er wordt jaarlijks bij de perspectiefnota en / of begroting inzichtelijk gemaakt :

  1. Welke projecten op de Investeringsagenda (blijven) staan
  2. Welke projecten kunnen worden toegevoegd omdat ze voldoen aan het kader
  3. Welke projecten worden afgevoerd omdat ze in het afgelopen jaar in uitvoering zijn genomen en waarvoor krediet is aangevraagd en beschikbaar gesteld bij de raad.
  4. Of er voldoende financiële dekking is voor alle projecten of dat er geprioriteerd moet worden

Bij deze jaarlijkse actualisatie beslist de raad vervolgens over de projecten die op de strategische Investeringsagenda staan en de eventuele prioritering van de projecten als de uitvraag het beschikbare budget overstijgt.

[1] Onder materiële vaste activa worden de bezittingen van een bedrijf verstaan waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan een jaar is vastgelegd. voorbeelden van materiële vaste activa zijn: grond, woningen, huisvesting onderwijs, weg- en waterbouwkundige werken, vervoermiddelen, machines, installaties en apparatuur.
[2] Wanneer de investeringen (bijv. in woningbouwlocaties) groter zijn dan de potentiële opbrengsten door verkoop van grond of kostenverhaal bij private partijen ontstaat er een onrendabele top.  

[1] Onder materiële vaste activa worden de bezittingen van een bedrijf verstaan waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan een jaar is vastgelegd. voorbeelden van materiële vaste activa zijn: grond, woningen, huisvesting onderwijs, weg- en waterbouwkundige werken, vervoermiddelen, machines, installaties en apparatuur.
[2] Wanneer de publieke investeringen die nodig zijn groter zijn dan de potentiele opbrengsten door verkoop van grond of kostenverhaal bij private partijen ontstaat er een onrendabele top.