Verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed is niet vrijblijvend. De uitdaging om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen is vertaald in de Klimaatwet. Hoofddoel voor de gebouwde omgeving is het bereiken van 95% CO2 reductie in Nederland in 2050 ten opzichte van 1990 en als tussendoel streven naar minstens 55% CO2 reductie in 2030 ten opzichte van 1990. IHet kader voor de verduurzaming is vastgelegd in de portefeuillestrategie verduurzaming vastgoed. De grootste opgave voor de verduurzaming van ons eigen maatschappelijk vastgoed ligt in de periode 2023 tot en met 2030. Om de doelstelling van 55% CO2 reductie in 2030 te realiseren is een investering van bruto €69,5 miljoen bruto nodig. Dat is netto €48,7 miljoen, omdat een deel van de investering gedekt kan worden uit het budget planmatig onderhoud en deels uit de energiebesparing door afspraken te maken met huurders. Ongeveer 70% van de bruto investering is dus onrendabel.
In de portefeuillestrategie is aangegeven volgens welke financiële spelregels wij de verduurzaming willen realiseren. De feitelijke dekking voor de financiële consequenties gebeurd via afzonderlijke besluiten, zoals bijvoorbeeld de voorjaarsnota en de reguliere P&C cyclus. Van het onrendabele deel is een deel reeds gedekt; in de begroting 2024 is €6 miljoen eenmalig en €370.000 structureel beschikbaar. De resterende benodigde dekking bedraagt daarmee €36,8 miljoen; dat is structureel €2,55 miljoen. Per jaar is dat een investering van oplopend naar ruim €6 miljoen netto, dat leidt tot een structurele kapitaallast van €2,55 miljoen in 2031. In het investeringsprogramma zijn de investeringen en de dekkingsbehoefte in meerjarig perspectief weergegeven. In het investeringsprogramma is een jaarlijks gemiddelde aangehouden. Aandachtspunt is het investeringsritme; wanneer het een logisch moment blijkt een groot pand al in de eerste jaren (bijvoorbeeld 2024) te verduurzamen, zal de investeringsbehoefte en dus de noodzakelijke financiële middelen naar voren schuiven, en vice versa. Dergelijke bijstellingen maken onderdeel uit van de portefeuillestrategie.
(bedragen x €1.000) (-/- = nadeel) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
Investering (eenmalig) jaarlijks | -2.740 | -4.040 | -6.040 | -6.040 | -6.040 | -6.040 | ntb |
Investering (eenmalig cumulatief | -8.620 | -12.660 | -18.700 | -24.740 | -30.780 | -36.820 | -36.820 |
Exploitatie (structureel) | |||||||
Kapitaallasten | -326 | -579 | -896 | -1.298 | -1.707 | -2.124 | -2.550 |
Energiemanagement | -25 | -25 | -25 | -25 | -25 | -25 | ntb |
Totaal | -351 | -604 | -921 | -1.323 | -1.732 | -2.149 | -2.550 |