Jeugdzorg preventie
In Deventer, maar ook landelijk, zien wij al een langere tijd een toename in de kosten voor jeugdzorg. We zien in Deventer niet zozeer een toename van het aantal jeugdigen in jeugdzorg maar wel dat bij een aantal jeugdigen de trajecten langer en duurder worden. Het verschil tussen de rijksbijdrage en de kosten die de gemeente maakt, nemen toe in nadelige zin. Vanaf 2019 investeren wij in projecten die invulling geven aan de doelstellingen van de visie van Wieg naar Werk. De preventieprojecten van Wieg naar Werk worden tot en met 2024 deels (€1,3 miljoen) betaald uit tijdelijke middelen en deels uit structurele middelen (€0,3 miljoen). Voorstel is om de preventie projecten structureel voort te zetten en de projecten onderdeel te laten uitmaken van het reguliere jeugdbeleid. De projecten liggen in lijn met de extra inspanning die van gemeenten wordt gevraagd vanuit de Hervormingsagenda Jeugd.
Met het wegvallen van de tijdelijke middelen en daarmee het stoppen van de projecten bestaat het risico dat de maatregelen (en de beoogde kwaliteitsverbeteringen en besparingen) vanuit de Hervormingsagenda niet (meer) worden gerealiseerd. Het stoppen van een aantal projecten zal direct merkbare en zichtbare gevolgen hebben voor jeugdigen. Maar ook personele gevolgen voor de organisaties die de preventieprojecten uitvoeren.
Vanwege corona zijn een aantal projecten later gestart of tijdelijk gestopt. Hierdoor is er in 2024 voldoende dekking om de projecten in 2025 te continueren.
Vanaf 2026 is een structureel budget van €1.247.000 benodigd om merendeel van de preventieprojecten voort te zetten. Voorgesteld wordt om in ieder geval de projecten te continueren met direct zichtbaar en merkbaar effect voor jeugdigen
De structurele dekking van €300.000 vanuit het innovatiebudget jeugd kan worden voortgezet omdat het innovatiebudget een onderbesteding kent. Binnen het programma Jeugd en onderwijs is binnen het budget voor toegang Jeugd een bedrag van €258.000 beschikbaar als dekking. Hiermee resteert een bedrag van €689.000 dat ten laste van de algemene middelen komt.
(bedragen x €1.000) (-/- = nadeel) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Preventie Jeugd | Programma | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Projecten van Wieg naar Werk | Jeugd en onderwijs | -1.647 | -1.247 | -1.247 | -1.247 |
Dekking vanuit budgetoverheveling 2024 | Jeugd en onderwijs | 1.647 | |||
Dekking vanuit innovatiebudget Jeugd | Meedoen | 0 | 300 | 300 | 300 |
Dekking vanuit toegang Jeugd | Jeugd en onderwijs | 0 | 258 | 258 | 258 |
Saldo | 0 | -689 | -689 | -689 |
Inburgering
Het inburgeringsstelsel is veranderd. Gemeenten hebben sinds 1 januari 2022 een belangrijke rol bij de begeleiding van nieuwkomers die inburgeringsplichting zijn. Voor de wijze waarop de gemeente Deventer het nieuwe stelsel gaat uitvoeren zijn destijds inrichtingskeuzes gemaakt. Toen is afgesproken dat na een eerste periode van de uitvoering van de nieuwe wet inburgering (hierna Wi2021) een eerste evaluatie uit te voeren. Uitgangspunt is dat hierbij vooral wordt nagegaan of de voorgestelde dienstverlening in het plan ‘Inrichtingskeuzes als gevolg van de Wet inburgering 2021’ uitvoerbaar is en ook of dit wenselijk is voor 2024 en verder. De evaluatie is ook nodig vanwege de extra middelen die we inzetten voor de uitvoering van de wet. Uit de evaluatie is naar voren gekomen dat de gemeente op onderdelen (nog) niet voldoet aan de inrichtingskeuzes, er een extra inspanning nodig is om aan de wettelijke eisen (wi2021) en de inrichtingskeuzes en doelstellingen te voldoen. Dat het aan te bevelen is om de inrichtingskeuzes te herdefiniëren. Hier is het voorkeursscenario uit ontstaan.
Het voorkeursscenario - op basis van de aangescherpte inrichtingskeuzes - bestaat uit de volgende verbeterpunten:
- vroeg contact met de inburgeringsplichtige;
- vroege start via brede startklas (voorinburgering);
- omvang caseload terugbrengen naar 60 inburgeraars per fte;
- herijken en versterken maatschappelijke begeleiding en financieel ontzorgen;
- meer maatwerk in inburgeringstrajecten;
- versterken inzet vrijwilligers;
- vergroten beschikbaarheid kinderopvang;
- meer oog voor (psychische) gezondheid;
- nazorg na inburgering.
De uitvoering van dit voorkeursscenario vraagt vanaf 2025 €1.632.050 dekking. Bij verdere uitvoering van inburgering volgens het voorkeursscenario voorzien wij voor 2025 en verder een knelpunt van €1.632.050 per jaar in de dekking van de uitvoering van de wet inburgering. Die wordt veroorzaakt door structureel grotere aantallen statushouders en gezinsmigranten, de noodzakelijke verlaging van de caseloadnorm van de inburgeringsconsulenten en de gewenste doorontwikkeling van voorinburgering, waardoor:
- het subsidiebedrag maatschappelijke begeleiding is verhoogd (groeit mee met aantal statushouders);
- de opdracht aan KonnecteD meegroeit met een groter aantal B1-route deelnemers en uitbreiding van dienstverlening aan Z-route deelnemers;
- de formatie uitvoering verder uitgebreid moet worden (ontwikkeling naar beheersbare caseload, conform in 2021 aangekondigde formatiecalculatie, uitgevoerd begin 2024);
- uitbreiding beleidscapaciteit voor de verdere uitwerking en uitvoering van de actielijnen;
- er structureel middelen vrij gemaakt worden voor de inkoop van een brede startklas (doorontwikkeling voorinburgering).
Aan de inkomstenkant zien we dat het budget kleiner wordt doordat er vooralsnog geen zicht is op extra rijksmiddelen voor de uitvoering van inburgering. Het uitvoeringsbudget dat gemeenten ontvangen beweegt (anders dan de specifieke uitkeringen) niet mee met het aantal inburgeringsplichtigen. De hoogte van het bedrag is gebaseerd op basis van het aantal inwoners, dit is een vast bedrag en deze worden toegevoegd aan het Gemeentefonds. Hier ontstaat spanning tussen de uitvoeringskosten en het beschikbare budget.
Van 2022 tot en met 2024 zijn de middelen in het programmabudget verhoogde asielinstroom en middelen in de reserve nieuwkomers aangewend om de structureel beschikbare middelen aan te vullen. De budgettaire ruimte voor 2025 en verder is binnen het werkbudget verhoogde asielinstroom en de reserve nieuwkomers gering en onzeker. Binnen de geprognosticeerde uitgaven voor het voorkeursscenario is aanvullend €500.000 per jaar opgenomen voor de brede startklas/voorinburgering. Hiervoor is vooralsnog geen gemeentelijke dekking en is daarom meegenomen in dit voorstel.
Mochten er wel meer rijksmiddelen komen voor de uitvoering van de wet en/of meevallers ontstaan in het 'werkbudget verhoogde asielinstroom', dan komt dat deel van de nu geclaimde middelen dat niet ingezet hoeft te worden, weer vrij te vallen.
Gemeenten hebben er via de VNG bij de minister op aangedrongen in 2024 te starten met het opzetten van een betaalbaarheidsonderzoek, zodat gemeenten vanaf 2026 structureel passende financiering ontvangen voor de uitvoering van de Wet inburgering 2021. Ook vragen zij – ter overbrugging van die termijn, en vanwege de actuele situatie – een financiële tegemoetkoming voor gemeenten via het gemeentefonds voor 2024, 2025 en 2026, zodat gemeenten ook in deze jaren een volwaardig inburgeringstraject kunnen bieden aan hun nieuwe inwoners.
(bedragen x €1.000) (-/- = nadeel) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Inburgering met voorinburgering | Programma | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Uitgaven trajectkosten (bovenop Spuk) | Meedoen | -2.329 | -2.329 | 0 | 0 |
Inkomsten Rijk voor uitvoering & basis voorziening vluchtelingen werk | Meedoen | 696 | 696 | 0 | 0 |
Resultaat | -1.633 | -1.633 | 0 | 0 | |
Werkbudget verhoogde instroom | Meedoen | 1 | 1 | ||
Saldo | -1.632 | -1.633 | 0 | 0 |
Voor 2025 en 2026 is het totale tekort €1.632.050. In het tekort is een deel van €500.000 om een keuze te maken om wel of geen voorinburgeringstraject aan te bieden. In het B&W is er besloten om het traject voor 2 jaar te continueren en af te wachten of het Rijk met extra middelen komt.
KonnecteD
De meerjarige begroting van KonnecteD verloopt niet volgens het meerjarig perspectief van het Ondernemingsplan 2020. Meest actueel is de gemeenteraad daarover ook in het raadsbesluit van 8 mei 2024 (over de 1e begrotingswijziging van Sallcon GR en ter informatie de begroting 2024 van KonnecetD) geïnformeerd. De ontstane grote financiële verschillen tussen het actuele meerjarige perspectief en die van het Ondernemingsplan 2020 zijn onderwerp van onderzoek dat door adviesbureau RadarAdvies in opdracht van de beide colleges van b&w van Olst-Wijhe en Deventer wordt uitgevoerd. Een tussenrapportage van RadarAdvies is met een raadsmededeling van 9 april 2024 gepresenteerd.
De negatieve exploitatieresultaten van KonnecteD BV oplopend naar €2 miljoen worden ten laste gebracht van het Eigen Vermogen van de BV. Op 31-12-2022 is de stand daarvan €5,6 miljoen. De concept-jaarrekening 2023 is nog niet beschikbaar. Rekening houdend met de begrote exploitatietekorten van 2023 en 2024 (beide negatief -/-€2,0 miljoen afgerond) is het beschikbaar Eigen Vermogen per 31-12-2024 €1,6 miljoen. Als ook de begroting 2025 op negatief -/-€2,0 miljoen uit zou komen, dan komt KonnecteD €0,4 miljoen tekort voor dekking van haar exploitatietekort 2025. Op basis van een te kiezen scenario voor de Toekomst van KonnceteD (traject RadarAdvies) zal blijken in welke mate er exploitatietekorten vanaf 2026 zijn en welk beroep er op aanvullende gemeentelijke middelen zal zijn. Vooralsnog worden voor de jaren vanaf 2026 geen aanvullende gemeentelijke middelen opgenomen in de voorjaarsnota.
Voorstel is voor 2025 voorlopig €400.000 eenmalig te reserveren voor aanvulling van de dekking van het exploitatietekort 2025 van KonnecteD BV. Het besluit om daadwerkelijk een bedrag uit te keren aan KonnecteD is afhankelijk van drie aspecten.
- Ten eerste de uitkomst van de concept jaarrekening 2023 en daarmee de actuele stand van het Eigen Vermogen van de BV per 31-12-2023.
- Ten tweede het exploitatieresultaat van KonnecteD BV voor 2025. Daarover besluit de aandeelhoudersvergadering in december 2024.
- Ten derde het advies dat accountantsbureau BakerTilly binnenkort gaat geven aan de directeur van KonnecteD BV over te nemen financiële maatregelen inzake de (financiële) continuïteit van KonnecteD BV. De aandeelhoudersvergadering van de BV en daarmee het bestuur van Sallcon GR en de colleges van beide gemeenten worden daarover in mei 2024 geïnformeerd. Die informatie komt te laat voor het presenteren van deze voorjaarsnota.
Voorstel: eenmalig €400.000 voor 2025 te reserveren voor het mogelijk aanvullen van de dekking van het exploitatietekort 2025 van KonnecteD BV.
BAD
- Basis op orde
In 2024 vinden binnen BAD investeringen plaats om de basis verder op orde te brengen. Dit betreft de dienstverlening maar ook de bedrijfsvoering. Waar het gaat om bedrijfsvoering is nodig om op diverse terreinen verbeteringen door te voeren. Dit betreft het financiële beheer, de ICT en (werk)processen, de managementinformatie en het contractmanagement. Na basis op orde brengen volgt basis op orde houden. De sturingsinformatie zal structurele capaciteit bij Kennis en Verkenning en functioneel beheer vragen, dit vraagt een structurele bijdrage van €88.000
- Formatie
Onduidelijk is of de meerjarig beschikbare loonsom voldoet om de huidige dienstverlening bij het BAD uit te voeren. Vooralsnog is sprake van een structureel tekort. Met behulp van een formatie calculatiemodel gaan we onderbouwen hoeveel formatie we nodig hebben voor de dienstverlening. Op basis van deze nullijn kunnen we inschatten hoeveel formatie we structureel nodig hebben en hoe we daar de aankomende jaren gaan komen (welke krimp- of groeiscenario’s zijn mogelijk hierbij). Voor nu houden wij het huidige tekort van €280.000 aan op de begrootte loonsom.
Voor het uitvoeren van de wettelijke taak vroegsignalering - en het invullen van de ambitie hiervan zoals vastgelegd in het uitvoeringsplan preventie en vroegsignalering - zijn tijdelijke middelen beschikbaar voor 2024 en 2025. Deze werkzaamheden hebben echter een structureel karakter, waarvoor structurele middelen nodig zullen zijn. Voorstel is om vanaf 2026 rekening te houden met een tekort van €207.000. In het voorstel uitvoeringsplan preventie en vroegsignalering van schulden is er aangegeven dat we hier in de voorjaarsnota 2025 op terugkomen.
- Baten
De baten uit dienstverlening aan derden vloeien voort uit contracten van het BAD met andere gemeenten en overige partijen. De omvang en omzet van de huidige contractenportefeuille wordt in 2024 geïnventariseerd. Daar waar sprake is van tarieven die niet geactualiseerd of geïndexeerd zijn, zal een herijking plaatsvinden die mogelijk tot een lichte toename van inkomsten kan leiden.
In algemene zin is de verwachting dat een herijking van de contractenportefeuille eerder tot een daling dan een stijging van inkomsten zal leiden. Er is nu sprake van contracten die wel een baat opleveren, maar die mogelijk niet gecontinueerd worden. In deze fase (2024-2025) is vooralsnog niet aan de orde om de contractenportefeuille te wijzigen. Enerzijds vanwege lopende verplichtingen (opzegtermijn), anderzijds vanwege de financiële noodzaak om de contracten en hieruit voortvloeiende baten te behouden. Voor de middellange termijn is de verwachting dat er wijzigingen op zullen treden in de contractenportefeuille, wijzigingen die tot verder dalende baten leiden. We nemen hier een risico voor op.